Shay Raviv, afgestudeerde van de Designer Academy Eindhoven (DAE), presenteert vandaag het boek ‘Veenhuizen: a place to stay’. Het boek vertelt over acht jaar samenwerking tussen Veenhuizen en de DAE en werpt een blik vooruit.
Anderhalf jaar werkte Raviv aan het boek over de bijzondere band tussen de DAE en het gevangenisdorp. Hoewel ze zichzelf niet als schrijver ziet, lukte het haar om een beschouwend boek over de samenwerking te maken. Raviv noemt het een ‘ambitieus boek’. “Niet alleen over de samenwerking tussen verschillende partijen in Veenhuizen, maar ook over wat men in de toekomst kan leren van een soortgelijk project.”
Schatkamer
Studenten van de DAE werkten jarenlang samen met allerlei instanties in Veenhuizen. Onder meer de provincie Drenthe en de gemeente Noordenveld sloten zich aan bij het project. Maar ook de gevangenis speelde een belangrijke rol. “We wilden kijken wat er zou gebeuren als onze studenten in dit bijzondere gebied aan het werk gingen”, aldus Irene Fortuyn, die als docent verbonden is aan de DAE en de samenwerking in 2012 persoonlijk opzette.
Gedurende acht jaar ontpopte Veenhuizen zich als een ‘schatkamer’ voor studenten van de DAE. Vele ‘social design-projecten’ zijn opgestart in het dorp. “Denk daarbij niet alleen het creëren van objecten, maar ook aan systemen, ervaringen en diensten”, aldus Fortuyn. “Gebiedsontwikkeling in de breedste zin van het woord.”
De sociale projecten werden door de studenten ontwikkeld om een maatschappelijke meerwaarde te creëren, bijvoorbeeld zodat een gedetineerde door een project zijn kansen op de arbeidsmarkt na detentie kan vergroten. Dus met vaardigheden en diploma’s. Een voorbeeld van die projecten is de fiets LAS-TIG, gemaakt en gelast op de metaalafdeling van de gevangeniswerkplaats. Gedetineerden kunnen hiermee hun diploma TIG-lassen halen.
Lokale kennis benutten
Daarbij maakten de studenten telkens dankbaar gebruik van de lokale kennis. “Wat je vaak ziet bij gebiedsontwikkeling is dat experts van buitenaf komen vertellen hoe het moet”, zegt Fortuyn. “Dat wilden wij juist niet. Samenwerken is dan veel beter.”
Uiteindelijk werd het een project van de lange adem. Al bijna een decennium bestaat er een bijzondere band tussen Eindhoven en Veenhuizen. “We willen niet ergens binnenkomen en met stoom en kokend water allemaal ideeën spuien, om vervolgens alweer snel terug te zijn”, zegt Fortuyn.
UNESCO
De band tussen DAE en Veenhuizen zal dan ook zeker nog blijven bestaan, zij het waarschijnlijk in aangepaste vorm. “Ik denk dat we aan een fase 2.0 toe zijn”, zegt Fortuyn. “Met het consortium wat hier nu komt en de natuurbelangen ligt er een opgave. Voor ons is het taak om ons steeds meer terug te trekken.”
Fortuyn en Raviv hopen vooral dat het boek Veenhuizen kan helpen om de regie op het eigen dorp te blijven houden, ook wanneer het toetreedt tot de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Het eerste exemplaar werd uitgereikt aan gedeputeerde Cees Bijl, burgemeester Klaas Smid en directeur PI Veenhuizen Marie-Anne de Groot.