In de altijd warme raadszaal in Roden vergaderde de gemeente Noordenveld over het reglement van orde van de gemeenteraad. Het werd een lange en bij tijd en wijlen verwarrende avond.
“Je kunt niet altijd 10 gooien”, sprak een taalkundig minder ontwikkelde vriend eens tegen mij. Daar had en heeft hij gelijk in, realiseer ik mij op dagen dat het vak van journalist een minder spannende wending neemt dan anders. Onderdeel van het werk van een regiojournalist, zijn de onvermijdelijke raadsvergaderingen doorspekt met koffie, cake, moties en urenlange discussies over marginale onderwerpen.
Zo kon het dat ik me op een Champions League-avond richting de Raadhuisstraat begaf. Het eerste uur van de raadsvergadering had ik vanwege Ajax digitaal gevolgd en ik had gerust de rest van de vergadering ook achter mijn laptop kunnen volgen, maar toch moest ik naar Roden. Een journalist moet nu eenmaal ter plaatse zijn en het was een mooie manier om de stapel was op de overloop te negeren.
De discussie in de raad ging over plaatsvervangers van commissieleden. De eenmansfractie van mevrouw Stille – die kort na de verkiezingen uit Lijst Groen Noordenveld stapte – heeft geen recht op plaatsvervangers. Onterecht, vond zij. De consequentie van zetelroof, vond de rest. En zo kabbelde de avond voort.
Het zal niet aan mij hebben gelegen, maar er werd snel geschorst na mijn komst. Daarom was het roken geblazen voor de ingang van het oude gemeentehuis. Tweede steunfractieleden van verschillende partijen bliezen warme rookwolken de koude lucht in. Het gesprek ging over amendementen (dat waren er te veel), het ontbreken van een raadslid vanwege vakantie (dat kon eigenlijk niet) en het wel of niet sturen van een vervanger (daar waren de twee meningen over verdeeld). Het was een niet al te spannend gesprek dat paste in een niet al te spannende avond. Verveling bereikte een hoogtepunt en dan moesten ‘we’ nog twee uur.
Op de perstribune werd nog maar eens koffie geschonken. ‘Perstribune’ klinkt groter dan het is, want meer dan een tafel die vast zit aan een stenen muurtje is er niet. Stopcontacten ontbreken, waardoor er de laatste tijd vaak met een verlengsnoer moet worden gewerkt. Naast de tafel is de enige privilege die je als pers hebt de kop koffie die wordt ingeschonken en het plak cake dat er naast komt te liggen.
“Kun je er wat van maken?” Die vraag kreeg ik over de gehele avond zo’n vijf keer. De raadsleden zelf, maar ook de andere geïnteresseerden waren zich ervan bewust dat hier vanavond geen geschiedenis werd geschreven en dat het dus voor ons moeilijk zou worden er chocola van te maken. “Dat moet ik nog even zien”, antwoordde ik schamper terwijl ik nog maar eens naar de wc ging. Hangend boven het witte urinoir leek het gekwetter van de raadszaal mijlen ver weg. In gedachten waande ik mij op vakantie.
Terug in de raadszaal was er nog steeds discussie over het reglement van orde. Als ik in één zin had kunnen uitleggen waarover zo lang gesproken moest worden, had ik dat hier gedaan. Ik zou het echt niet weten. Er werd weer geschorst, er vloeide weer koffie. Bij de koffiekan werd mij gevraagd wat ik er mee zou kunnen. Dat wist ik nog steeds niet.
De avond liep tegen elf uur. Burgemeester Klaas Smid maakte een einde aan een weinig vruchteloze avond en het gezelschap begaf zich richting de bar. Ik nam nog een drankje en verontschuldigde mij al snel. Ik had wel lang genoeg rondgelopen in het hart van de Noordenveldse politiek.
“Maak er wat van”, klonk het opnieuw, toen ik mij richting uitgang begaf. Pas in november moeten we weer. Kijken of we er wat van kunnen maken.