Het onlangs uitgebrachte onderzoek van Deltares over de effecten van diepe bodemdaling, kan op veel scepsis rekenen. Ingenieur Willem Meiborg stelt dat de conclusies van Deltares niet deugen en in het dorp Een begint men langzamerhand het vertrouwen in het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) te verliezen.
Meiborg is een expert op het gebied van grondmechanica en houdt zich al jaren bezig met onder meer de bevingsproblematiek in Groningen. De ingenieur staat bekend als een onafhankelijke aardbevingsdeskundige en stelt grote vraagtekens bij de conclusies van Deltares. Dit instituut werd door het IMG gevraagd onderzoek te doen naar de relatie tussen diepe bodemdaling rondom het Groningerveld en de gasopslag in Langelo.
Trillingen houden zich niet aan grenzen
Volgens Deltares kan slechts in twee Drentse deelgebieden niet worden uitgesloten dat indirecte effecten zorgen voor schade. In de gebieden bij Een en Veenhuizen is volgens dit onderzoek sprake van een grondwaterstandsverlaging. Daarbij liggen beide gebieden dicht bij de gasopslag Langelo. Tezamen kan dat volgens Deltares voor schades zorgen.
Dat neemt volgens Meiborg niet weg dat andere gebieden geen indirecte schade vanuit Langelo kunnen krijgen. “In 2019 is er door een panel, waar ik zelf ook lid van was, geconstateerd dat men buiten het zogeheten bevingsgebied nauwelijks schade kan krijgen van alleen trillingen”, zegt hij. “Maar trillingen houden zich natuurlijk niet aan grenzen, evenals verschillen in het grondwaterpeil. Een combinatie van beide kan daarom zeker tot schades leiden.”
Unieke situatie
Bovendien is de situatie rondom de gasopslag in Langelo uniek te noemen, zegt Meiborg. “Het maaiveldniveau verandert namelijk twee keer per jaar”, zegt hij. “In de zomer komt er gas bij en stijgt de bodem, in de winter gaat er gas uit. Daar heeft iedereen in het effectgebied mee te maken en reikt verder dan alleen het aangegeven stuk (zie kaart boven, red.)”
Meiborg stelt dat het IMG erg makkelijk over het ‘bewijsvermoeden’ heen stapt. Wanneer er geen andere oorzaak kan worden aangewezen voor de schade, zou het IMG moeten uitkeren. Het instituut heeft dit bewijsvermoeden voor grote delen in Drenthe echter in de ban gedaan.
Toevallig
Wisse Hummel, voorzitter van de dorpsbelangenvereniging in Een en lid van de Tijdelijke Werkgroep Mijnbouwschade Een (TWME), begrijpt maar weinig van de kaart waarop te zien is wie wel en niet in aanmerking komt voor een schadevergoeding. “Zo is er tussen beide deelgebieden een rechthoekig stuk weggevallen, precies de plek waar een boerenbedrijf zit gevestigd met veel schade”, weet hij. “Waarom die boerderij geen schade kan ondervinden van bodemdaling, is mij een raadsel. Alsof de grondwaterstand bij de juridische erfgrens stopt.”
Meiborg zegt dit ook niet te kunnen verklaren. “Er zijn geen harde grenzen aan trillingen of grondwaterstanden gebonden. Waarschijnlijk gaat het om een oudere boerderij, die er al vele jaren staat. Dan wordt er vaak wat gezegd over slechte grond, maar dan zou er al veel eerder schade moeten zijn ontstaan. Als de schade van 2012 of later is, kun je er van uitgaan dat er sprake van mijnbouwschade is. Dan geldt het bewijsvermoeden en moet het IMG maar aantonen dat de schade op een andere manier is ontstaan.”
Hummel vindt het heel bijzonder dat bijna alle adressen rondom Een die aantoonbaar schade zouden hebben van bodemdaling, buiten de bebouwde kom vallen. “Toevallig net in een gebied waar je per saldo meer kikkers dan inwoners hebt. Wie niet in dit gebied valt, heeft pech.”
Kribbig
Toch kan het nieuwe onderzoek voor Eeners en omwonenden van het dorp wel goed nieuws betekenen, als ze tenminste op de lijst van adressen staan die volgens Deltares schade ondervinden van diepe bodemdaling. “Ik ken een aantal mensen voor wie dit in het voordeel spreekt. Er zijn families die van het IMG eerder nul op rekest kregen en nu misschien opnieuw iets kunnen aanvragen.”
Maar over het algemeen heerst er onbegrip onder de Eeners. “Het IMG wordt er niet geloofwaardiger op. Op voorhand was het de bedoeling dat het IMG de afhandeling makkelijker zou maken, maar ze doen precies het tegenovergestelde. Men wordt hier kribbig van.”
Leendert Klaassen begonnen als projectbegeleider
Leendert Klaassen is aangesteld om onder meer in de gemeente Noordenveld aan de slag te gaan als projectbegeleider. Het is zijn taak om inwoners te ontzorgen en te kijken naar een eerlijke verdeling rondom de lasten en lusten bij de gasopslag in Grijpskerk en bij die van Langelo.
Samen met de NAM, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de gemeente Westerkwartier heeft Noordenveld zich gecommitteerd aan een ‘omgevingstracject’. De invulling hiervan wordt onder meer gevormd met de inbreng van bewoners. Voor 1 oktober moet blijken of de gasopslag in Grijpskerk sluit. Mocht dit zo zijn, dan heeft dat ook weer gevolgen voor de gasopslag in Langelo. Ook daar wordt via het omgevingstraject op ingespeeld.