Inwoners van Feerwerd lieten donderdagavond duidelijk weten aan Het Groninger Landschap dat niets doen wel degelijk een optie is als het gaat om de wierde aan de zuidkant van het dorp. Tijdens een drukbezochte bijeenkomst in het dorpshuis spraken de inwoners zich uit tegen het herstel van de wierde.
Kleine aanpassingen die het karakter van het gebied niet aantasten, zijn bespreekbaar, maar het opbrengen van grond is dat niet.
‘Voldongen feit’
In het dorp ontstond onrust toen de plannen voor de wierde bekend werden. De stichting wilde de ooit afgegraven wierde herstellen en zou er mogelijk een natuurbegraafplaats willen aanleggen. De Feerwerders waren totaal verrast. Ze vonden dat ze niet in de plannen waren gekend en voor een voldongen feit waren gesteld.
De wierde tussen de Meedenerweg en de Onnesweg is sinds 2018 eigendom van Het Groninger Landschap. Uit onderzoek van de organisatie blijkt dat de wierde is afgegraven tussen tussen 1900 en 1917. Een van de ideeën was om het afgegraven deel te herstellen door het aanbrengen van grond.
‘Plan niet in beton gegoten’
Tijdens de bijeenkomst in het dorpshuis trok de organisatie het boetekleed aan. ‘Zo hadden we dit niet moeten communiceren’, zei beleidsmedewerker Oscar Borsen. ‘We hebben slechts onze ideeën op papier gezet en dat is op jullie overgekomen als een vastomlijnd en in beton gegoten plan. Dat was niet de bedoeling. We zitten nog in de brainstormfase en willen graag van jullie horen wat jullie willen met het gebied.’

Met die verklaring was de kou grotendeels uit de lucht en konden de inwoners hun ideeën kenbaar maken. Het meest gehoord: laat het gebied met rust, want het is mooi zo. Herstel van de wierde vinden de Feerwerders een forse en onnodige ingreep in het aanzicht van het dorp en ook op een natuurbegraafplaats zitten ze niet te wachten. Wel waren er enkele inwoners die graag willen dat Het Groninger Landschap het gebied toegankelijk maakt en er een bloemrijk gebied van maakt.
De stichting gaat zich beraden op de aangedragen ideeën en komt later terug bij de inwoners om ze in gezamenlijkheid verder te bespreken.