Het kabinet onderhandelt met GasTerra, de handelstak van de NAM, over het verder vullen van de gasopslag in Norg. Het gasbedrijf uit Assen wil gezien de hoge gasprijs nu niet verder gaan dan de eerder afgesproken vulgraad van 80 procent als daar geen nieuwe financiële afspraken over worden gemaakt.
Dat bevestigt een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat na een bericht van de Volkskrant. Hij benadrukt dat het op zich goed nieuws is dat Norg, de grootste opslag voor gas dat geschikt is voor gasfornuizen en cv-ketels bij mensen thuis, nu al het doel voor komende winter heeft gehaald. Dat doel werd op 6 augustus bereikt. Dat betekent dat er nu 4,8 miljard kubieke meter (laagcalorisch) gas wordt opgeslagen in Drenthe.
Het kabinet besloot eerder dit jaar dat de gasopslagen die Nederland telt, voor de komende winter gemiddeld voor minimaal 80 procent vol moeten zitten. Mede op aandringen van de Tweede Kamer is evenwel steeds gezegd dat dit een minimum is en dat gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke vulgraad.
‘Grote financiële gevolgen’
Door aanhoudende onzekerheid over leveringen uit Rusland is de gasprijs in Europa de laatste tijd weer zeer hoog opgelopen. Bedrijven lopen daarmee het risico dat gas dat zij nu inkopen en opslaan, uiteindelijk met verlies moet worden verkocht. Met het vullen van de resterende 20 procent van de gasopslag in Norg zijn bij de huidige prijs miljarden gemoeid.
Verder vullen van de gasopslag in Norg heeft volgens een woordvoerder van GasTerra dan ook ‘hele grote financiële gevolgen’. Hij bevestigt dat de gashandelaar in gesprek is met het ministerie van Economische Zaken over een verder vervolg. De zegsman hoopt dat daar ‘zo snel mogelijk’ meer over bekend is, zodat GasTerra zo nodig verder kan met het vullen van de gasopslag.
Gemeenten en provincie willen niet
De gemeente Noordenveld is geen voorstander van het verder ophogen van de gasopslag. Samen met Aa en Hunze, Tynaarlo, Westerkwartier en de provincie Drenthe is half mei een brief brief gestuurd aan staatssecretaris Hans Vijlbrief van Economische Zaken. Zij schreven daarin dat ze niet toe willen naar het maximale drukbereik om (meer) schade door bodembeweging en risico’s op bevingen te voorkomen.