Tot na zijn negentigste jaar knipte Wobbe Ausma klanten in zijn kapperszaak in Marum. Een week geleden overleed hij op 95-jarige leeftijd. Zijn kinderen halen het pand waar zij opgegroeid zijn, leeg. ‘Het boek gaat dicht.’
De kappersstoel waarin Ausma ontelbaar veel klanten heeft geknipt, is al weg. Alleen de spiegel en de kastjes staan er nog. De zoon en dochters vinden het vreemd om de zaak nu helemaal leeg te halen. ‘Aan een heleboel dingen zitten nog veel herinneringen,’ vertelt zoon Sip Ausma. ‘Het is toch een stukje thuis.’
‘Pa was altijd aan het knippen’
De kinderen van Ausma groeiden op met de kapperszaak aan huis. ‘Pa was altijd aan het knippen en moeder was voor, bij ons,’ vertelt Sip. ‘Wij hadden doordeweeks alleen met onze moeder te maken. ‘s Avonds was pa er meestal wel bij, maar die knipte soms ook door en hij voetbalde nog.’ Dat is ook de reden waarom niemand van de kinderen ook kapper is geworden. ‘Hij was altijd bezig,’ zegt dochter Ingrid. ‘Als we vroeger een gymnastiekuitvoering hadden was hij er nooit bij. Dat hebben we wel gemist.’
Maar zijn liefde voor het vak konden ze erg waarderen. Vooral toen hij op zijn 91e nog steeds aan het knippen was. ‘Hij had zijn vaste klanten en die wilde hij niet in de steek laten,’ vertelt dochter Greetje. ‘Hij ging iedere maandagochtend naar het bejaardentehuis in de buurt en hij bezocht mensen die niet meer bij hem konden komen.’
Geen verzamelaar?
‘Pa was geen verzamelaar, maar eigenlijk ging er ook niks weg’, vertelt Sip als hij de laatste spullen uit het huis haalt. De dochters kijken met gemengde gevoelens naar het huis. ‘Het boek gaat dicht.’