Waterschap Noorderzijlvest roept slooteigenaren op om van de bestrijding van invasieve exoten, zoals de grote waternavel, serieus werk te maken. De plant komt op steeds meer plaatsen voor en belemmert de afvoer van water en bedreigt de waterkwaliteit.
‘Van de waternavel komen we waarschijnlijk nooit meer af, maar door samen te werken kunnen we de plant in toom houden’, zegt Harold van Oosten van het waterschap.
Hoe groot het probleem van de grote waternavel is, is te zien in Jonkersvaart. Op sommige plaatsen in de gelijknamige sloot in het water bijna niet meer te zien. En het probleem speelt niet alleen bij Jonkersvaart, want op steeds meer plekken in het Westerkwartier duikt de invasieve exoot op.
Verspreiding van de waternavel
Het waterschap doet wat het kan om de snelgroeiende waternavel op te ruimen, maar het lijkt dweilen met de kraan open. Bij Jonkersvaart wordt de plant met de hand en met een maaiboot uit het water gehaald. ‘De beste manier is het handmatig opruimen van de plant’, zegt Roy van Hezel van Noorderzijlvest, ‘maar hier zijn de plakken waternavel zo groot dat het te zwaar is om ze er met een vork uit te halen.
Daarom zetten we hier een maaiboot in. Die trekt de plakken los en schuift ze naar een graafmachine die het vervolgens uit het water schept en op de kant legt. Nadeel van de maaiboot is dat de waternavel in de schroef terecht kan komen en versnipperd. Dat zorgt dan weer voor de verspreiding die we juist willen voorkomen.’

Het tapijt waternavel zorgt voor verschillende problemen, zegt Harold van Oosten van Noorderzijlvest. ‘Door de waternavel groeien sloten dicht. De afvoer van water wordt fors minder, waardoor wateroverlast kan ontstaan. Bovendien zorgt de plant ervoor dat zonlicht niet meer kan doordringen in het water. Daardoor gaat de waterkwaliteit achteruit. Dat gaat ten koste van vissen en andere waterplanten.’
‘Maai niet alleen in november’
Roy van Hezel: ‘De waternavel gedijt goed bij een hoge watertemperatuur. Dan groeit ie wel twintig centimeter op een dag en dan gaat het snel. Sloten groeien in korte tijd helemaal dicht en omdat de plant geen natuurlijke vijand heeft, kan ie ongestoord voortwoekeren. Daarom zijn we deze exoot liever kwijt dan rijk.’
Het waterschap maakt alleen de eigen watergangen schoon, zoals de Jonkervaart. Andere slooteigenaren, zoals particulieren en gemeenten, zijn verantwoordelijk voor het schoonhouden van hun sloten. En daar zit volgens Van Oosten de crux.
‘Slooteigenaren wachten tot november. Dan is de jaarlijkse schouw en zijn de eigenaren verplicht hun sloot schoon te maken. Wij zouden graag zien dat ze dat nu ook doen. Door samen op te trekken kunnen we voorkomen dat de waternavel steeds verder oprukt. Alleen op die manier kunnen we het probleem beheersbaar houden.’