Shantykoor Tolbert is na anderhalf jaar weer begonnen met repeteren. De leden hebben de coronacrisis stuk voor stuk goed doorstaan, maar toch is het tijd voor vers bloed: een groot deel is ouder dan tachtig.
Het bestuur zou graag nieuwe muzikanten aan het gezelschap toevoegen, maar dat valt nog niet mee. Vooral accordeonisten zijn schaars, weet secretaris Jan van der Kaap. ‘Elk koor is ernaar op zoek’, zegt hij.
Overigens zijn liefhebbers zonder instrument ook meer dan welkom. En nee, je hoeft geen liedje te zingen voordat je lid mag worden. Daar gaat het eigenlijk ook helemaal niet om, zegt Van der Kaap. ‘Uiteindelijk komen we samen voor de gezelligheid.’
Zingen onder de douche
Op dinsdagavond repeteert het koor in een zaaltje van partycentrum de Postwagen in Tolbert. Met een man of 25 zijn ze. De dirigent begint met het vaste openingsnummer van Shantykoor Tolbert: een eigen tekst op de melodie van The Wild Rover.
Die zit er lekker in, maar daarna volgen wat liedjes die wat zijn weggezakt, merkt ook Teun van Loenen. ‘Het was moeilijk zingen, zwaar. Ik zing niet onder de douche, dus het moet bij mij weer een beetje loskomen allemaal.’
Roemruchte reputatie
Van Loenen weet als langstzittend lid alles over de roemruchte reputatie van het koor. ‘We stonden bekend om ons enthousiasme en duidelijke uitspraak: swingen en doen. Maar ja, kijk om je heen: het wordt allemaal een beetje minder. De vergrijzing slaat toe.’
Accordeonist Greet Jonkman is een nieuwkomer: zij werd eind vorig jaar lid. Het shantykoor leverde haar een bijzondere bijvangst op.
‘Mijn man is overleden. Toen ik hoorde dat ze hier een accordeonist zochten zei ik: ach, shanty, dat is niets voor mij. Ik heb het toch gedaan en ontmoette hier mijn nieuwe levenspartner. Het koor heeft dus heel veel voor mij betekend.’