De schrik van menig duivenliefhebber kwam afgelopen weekend uit, toen zo’n 20.000 duiven vermist raakten tijdens noodweer in Zuid-Frankrijk. Jan Gerrit Wiering uit Veenhuizen liet zijn duiven afgelopen weekend ook vliegen vanaf Bergerac, maar zag ze alle tien gelukkig terugkeren. Hij heeft goede hoop dat veel van de vermiste vogels nu ook hun weg terug weten te vinden.
Twaalf jaar was Wiering toen hij begon als duivenmelker. De hobby greep hem aan en – na een uitstapje naar de motorcross – werd hij in 1996 ‘herintreder’. Sindsdien houdt hij zich vooral bezig met ‘marathonvluchten’. Vluchten door heel Europa, met afstanden tussen de 800 en 1200 kilometer. Met enige regelmaat noteren zijn gevleugelde vrienden mooie uitslagen, waaronder een twaalfde plek voor een duif bij de marathonvlucht vanaf Barcelona. “Daar doen duizenden duiven aan mee”, zegt de Veenhuizer trots.
Sneu
Afgelopen weekend nog vlogen tien duiven van Wiering vanaf het Franse Bergerac weer terug naar huis. Iets oostelijker, in Narbonne, vertrokken 26.000 duiven een dag eerder. Daarvan kwamen slechts 20.000 terug. Gevangen door het noodweer, zo blijkt. Van dat noodweer heeft het tiental van Wiering weinig gemerkt, want zij kwamen ‘gewoon’ terug.
“Daarvoor heb je de duiven niet”, zegt Wiering, die meeleeft met zijn collega-melkers. “De thuiskomst van de duiven, het verzorgen en het vliegen: daar doe je het voor. Dit is gewoon sneu.”
GPS-ringen
Toch adviseert Wiering zijn medemelkers niet te gaan zitten somberen. “Het gebeurt wel vaker dat duiven later thuiskomen. Ik heb eens gehad dat een duif pas twee maanden na tijd weer in het hok zat.”
De duiven zijn bovendien gechipt en voorzien van GPS-ringen. “Duiven kunnen uit de hele wereld weer terugkomen”, zegt Wiering. “Zelfs wanneer ze op zee gevonden worden.”
Vergrootglas
Dat er toch is gevlogen ondanks het noodweer, wordt door sommige duivenmelkers als de grote boosdoener gezien. Volgens Pierre Berghuis, voorzitter van Postduivenvereniging De Snelle Thuiskomst in Roden, moet de organisatie het noodweer haast over het hoofd hebben gezien. “Dat is op zich best vreemd, want ze hebben veel satellietbeelden tot hun beschikking.”
In Nederland is er door alle postduivendistricten – die zich verenigingen in de Neerlands Postduiven Orgaan – afgesproken dat er bij bepaalde weersomstandigheden niet wordt gevlogen. “Zo is er een hitteprotocol”, zegt Berghuis. “Het komt geregeld voor dat we op een andere dag inkorven dan gepland of juist helemaal niet vliegen. In Nederland liggen we onder een vergrootglas en moeten we er op letten dat onze dieren het goed hebben.”
Schuilen
Ook Berghuis heeft – net als Wiering – goede hoop dat veel duiven hun weg naar huis nog weten te vinden. “We weten inmiddels dat duiven bij slecht weer ergens schuilen en een veilig heenkomen zoeken. Uit GPS-gegevens blijkt dat een duif tijdens een vlucht gerust 6 uur op een bepaalde plek kan rondscharrelen of schuilen. Ik denk dat er dus nog best veel vogels terugkomen.”