Met de nodige emoties en een passende stilte werd gisteren de buitenexpositie over femicide onthuld in hartje Roden. In het dorp van Annemieke van Dijk, die in 2013 op 17-jarige leeftijd werd omgebracht door haar ex-vriend.
“Annemieke was verknocht aan Roden en stond hier midden in het leven”, zegt moeder Tineke. “Ze was hier als een vis in het water. Voetbalde bij VV Roden en had veel vriendinnen om zich heen. Het voelt alsof ze thuiskomt.”
Verhaal moet verteld
Dit vertelt ze enkele uren voor de officiële opening van de expositie. Het is een reizende tentoonstelling van stichting Open Mind, die vorig jaar november begon in Den Haag. Tineke was daar bij, omdat het verhaal en het portret van haar dochter op één van de panelen van de expositie staat. “Dat kwam ontzettend binnen”, zegt ze. “Alle vrouwen die je hier ziet, zijn vermoord. Dat is verschrikkelijk.”
Het doet Tineke goed dat Annemieke nu weer even ’thuis’ is. “Al is het maar heel even en al gaat ze straks weer weg. Het doet toch goed. Dit verhaal moet verteld worden.”
Informeren en alarmeren
Dit vindt dus ook Open Mind. De Amsterdamse stichting vertelt verhalen over moeilijke onderwerpen. Thema’s als huiselijk geweld en psychische problemen passeren de revue. Maar dus ook femicide. “De term is vrij onbekend in Nederland”, vertelt expositiemanager Guusje Veenhoven. “Vaak als het in de krant staat, staat het er als ‘familiedrama’ of ‘crime passionelle’. Maar in veel van die gevallen gaat het om femicide, om vrouwenmoord.”
Op de acht panelen staan de verhalen van twaalf vermoorde vrouwen. Veel ‘rode vlaggen’ komen overeen. “We willen die duidelijk aan het publiek laten zien. We willen informeren, alarmeren en mensen erop wijzen dat ze hulp kunnen krijgen”, zegt Veenhoven. Daarom staan op de zijkant van de panelen QR-codes. Wie ze scant, komt bij een regionale instantie terecht die meer kan vertellen over het onderwerp.
Geholpen bij verwerking
Voor de tentoonstelling interviewde stichting Open Mind nabestaanden. “Het waren zware en mooie gesprekken”, blikt Veenhoven terug. “Er is in die levens heel veel gebeurd en de gesprekken maken veel los. Maar je hoort ook terug dat ze graag vrouwen in de toekomst willen helpen.”
Ook Tineke vond de gesprekken intensief. “Maar het heeft me ook geholpen. Het was confronterend en helend tegelijk, al heelt de wond nooit”, zegt ze. “Het heeft in ieder geval geholpen in mijn verwerkingsproces.”
Volmondig ja
Burgemeester Klaas Smid onthulde het portret van Annemieke samen met moeder Tineke. De twee hebben goed contact, bijvoorbeeld toen Tineke opperde het monument dat voor haar dochter is gemaakt te laten verplaatsen. “Dat ligt op een meer prominente plek, bij Landgoed Mensinge”, zegt Smid. “Met ook een begeleidende tekst.”
Toen dus de vraag kwam om als gemeente Noordenveld te betalen voor het binnenhalen van de rondtrekkende expositie, twijfelde Smid geen moment. “Dat was een volmondig ‘ja.'”
Hulp geweigerd
Eén van de genodigden was Marian Stoppelenburg, eveneens uit Roden. Haar dochter Sandra werd eerder dit jaar vermoord. Hoewel er genoeg rode vlaggen waren, en familie en vrienden vaak aan de bel trokken, weigerde Sandra hulp. “Misschien omdat ze bang was dat de gevolgen van een scheiding nóg groter waren”, denkt Stoppelenburg hardop.
Niet alleen het herkennen van signalen is dus een grote uitdaging, ook erop acteren is van belang. Wat doe je als iemand hulp weigert? Daarbij is, zo zegt Stoppelenburg, de directe kring rond de betrokkenen van groot belang. “Ik dacht van de week nog: wat als de partner van mijn dochter vrienden had gehad die hem op zijn gedrag hadden aangesproken?”
Tot 6 augustus
Tineke is, hoe wrang ook, blij dat Annemieke terug is in Roden. “Het is heel bijzonder”, zegt ze geëmotioneerd. “Als met deze tentoonstelling ook maar één iemand geholpen kan worden, dan ben ik blij.”
De portretten van Annemieke en de andere elf slachtoffers van femicide zijn tot 6 augustus te zien op de Brink. “Helaas gaat ze straks weer weg”, zegt Tineke. “Het is wat het is.”
Bekijk een videoreportage over de expositie op de site van RTV Drenthe.