Tip de Redactie
Luister Radio
Luister via deze knop mee.
Kijk TV
Kijk via deze knop mee.
Inhoud bewerken

© 2025 RTV Zulthe

Bomen vormen probleem voor molenaars in Westerkwartier: ‘Mensen hebben groen hoog in het vaandel, maar juist dat bijt met het groene instrument dat wij hier gebruiken’

© Serena Caruso / RTV Zulthe
Deel op Facebook

In het Westerkwartier stonden ooit ruim tweehonderdvijftig molens. Inmiddels is dat aantal flink teruggebracht naar slechts een tiental die nog in functie zijn. Om te kunnen blijven pellen of malen is wind essentieel voor een molen. Toch blijkt dat een probleem te zijn volgens de molenaars in Feerwerd en Oldehove. Doordat zij zijn omringd door groen, vangen de wieken veel minder wind dan eerst. Het laten draaien van de molens wordt daardoor steeds moeilijker: ‘Een werkende molen is essentieel voor het behoud van kennis’, zegt molenaar Lars Faber. ‘Niet alleen voor de molenaar zelf, maar ook de molenbouwers én de gemeenschap. Het zou zonde zijn als dat ambacht verdwijnt.’

Molenaar Libbe Kooistra: koren- en pelmolen Joeswert (1855) in Feerwerd – Serena Caruso / RTV Zulthe

Als achtentwintigjarige student kwam Libbe Kooistra toevallig bij de molen van meestermolenaar Rolf Wassens. ‘Ik heb mazzel gehad dat ik hier toen naar binnen ben gewapperd’, blikt hij met een glimlach terug. Meteen sprak het ambacht Kooistra aan en wilde hij er meer over leren. Daarom besloot hij naast zijn studie aan de Rijksuniversiteit van Groningen ook in de leer te gaan bij Wassens. Dat was in 1983. Inmiddels is Kooistra nog steeds wekelijks in de Joeswert aan het werk. De eeuwenoude molen wordt namelijk nog steeds gebruikt voor het malen van tarwe en spelt. ‘Deze molen is sinds 1855 altijd in bedrijf geweest. Rolf en ik gebruiken de molen nog steeds commercieel. We hebben contact met het biologische akkerbouwbedrijf Landgoud uit Kloosterburen waarvoor wij Gronings, biologisch baktarwe en spelt malen.’

Hoewel het goed loopt en er wekelijks zakken vol meel worden opgehaald bij de molen in Feerwerd, betekent dit wel dat er een verplichting aan vastzit voor Kooistra. De molen moet blijven draaien om aan de productie te kunnen voldoen. Hoewel er ook een elektrische motor in de molen aanwezig is, maalt hij natuurlijk het liefst op windkracht. Alleen wordt dat de laatste jaren steeds lastiger. Vanaf de stelling van de Joeswert is het probleem goed zichtbaar: ‘De bomen staan in de weg’, zegt Kooistra terwijl hij in zuidwestelijke richting wijst. ‘De bomen zijn hier de laatste jaren omhooggeschoten, terwijl het een belangrijke windhoek is. En daar’, hij draait zich om naar het westen. ‘Die hoge bomen omringen het voetbalveld.’ De echte ellende begint voor de Joeswert in de noordelijke richtingen. De wind afkomstig uit noordwest, noordoost en het noorden is namelijk niet te gebruiken. ‘Veel mensen hebben groen hoog in het vaandel’, begint hij. ‘Maar dat groen bijt juist met het groene instrument dat wij hier gebruiken. Een molen is groen, milieuvriendelijk en duurzaam. Dat zou toch tot een compromis moeten leiden?’

Molenaars Piet Reitsema en Lars Faber: koren- en pelmolen De Leeuw (1855) en korenmolen Aeolus (1846) in Oldehove – Serena Caruso / RTV Zulthe

Een aantal kilometer verderop kampen molenaars Piet Reitsema en Lars Faber met hetzelfde probleem. De Aeolus in Oldehove is aan alle kanten omringd door groen. De takken van de bomen raken de stelling van De Leeuw, die iets verderop in het dorp staat, inmiddels al. Toch is zelf snoeien of kappen geen optie. ‘Een aantal jaar geleden is er vanuit het dorp een vergunning aangevraagd om ze daar te verwijderen. Die is afgekeurd’, vertelt Reitsema. ‘De bomen waren namelijk nog gezond, dus was er geen reden om ze weg te halen. Vanuit het oogpunt groen zoveel mogelijk te behouden, mag het niet.’ En daar balen de twee molenaars van. Reitsema omdat hij hier als beroepsmolenaar tot het eind van de jaren negentig heeft kunnen pellen en Faber omdat hij als jonge molenaar het vak beter wil leren uitoefenen. ‘Het belang van molens wordt niet meer gezien’, vinden de twee. ‘Als er echt nood aan de man is, zouden molens weer inzetbaar moeten zijn.’

Op dit moment is het niet meer mogelijk om commercieel te pellen of te malen met de twee molens in Oldehove. Er is simpelweg niet genoeg wind. Waar vroeger gepeld kon worden met windkracht vijf, is er nu minimaal windkracht zes nodig. Dat terwijl Reitsema vroeger nog 100.000 tot 120.000 kilo per jaar aan gepeld gerst leverde aan verschillende bedrijven. ‘Het grote nadeel is dat de kennis hiermee ook snel verdwijnt’, zegt Reitsema. ‘Ik ben op dit moment nog een van de weinige pelmolenaars ter wereld. Je moet aan de ene kant mensen hebben die dit vak willen blijven leren, maar je moet aan de andere kant ook je product kwijt kunnen aan leveranciers.’ Faber zou het pellen nog graag willen leren van Reitsema. ‘Het zou jammer zijn als het helemaal verloren gaat. Ook voor de molenbouwers is het van belang dat molens blijven draaien. We moeten deze kennis niet te grabbel gooien.’

Wat zou een uitkomst kunnen zijn voor de molenaars? Kooistra hoopt op overleg met dorpsbesturen, inwoners en de gemeente. ‘Deze problemen spelen al langer. Ik hoop dat wanneer er contact is tussen de molen en het dorp dat het dan beter wordt.’ Ook Reitsema en Faber hopen in zo’n soort overleg tot een compromis te komen wat betreft de bomen. ‘Ze hoeven niet gekapt te worden. Snoeien of aftoppen zou voor ons al werken’, zegt Reitsema. ‘De bomen kunnen ook ergens anders herplant worden.’

Molenaar Lars Faber kijkt uit over de bomen rondom de Aeolus – Serena Caruso / RTV Zulthe

‘We staan voor een dilemma’
Toch is de oplossing niet zo makkelijk. Molenwethouder Bé Schollema is zich bewust van de problemen en heeft al meerdere gesprekken gehad met de molenaars in de gemeente. Tegenwoordig is de regelgeving voor nieuwbouw en het aanplanten van bomen in een molenbiotoop – de open ruimte rondom een molen die nodig is voor voldoende windvang – veel strenger. Zo heeft de gemeente tijdens het maken van het woonplan in Oldehove ook streng moeten handhaven op de molenbiotoop. Toch zijn in de jaren daarvoor veel gebouwen en bomen binnen honderd meter van de molen terechtgekomen, wat nu een obstakel vormt voor het vangen van wind. ‘We staan voor een dilemma, omdat we als gemeente ook voor het behoud van bomen zijn. Als een boom langzaam groter wordt, is het lastig om iets daartegen te doen.’ Er is op dit moment wel een tussenafspraak: wanneer een boom omwaait, hoeft er niet aan de herplantplicht te worden voldaan. Toch is de wethouder nog druk bezig met nieuw beleid. ‘We zijn niet de enige gemeente die hier tegenaan loopt’, zegt de wethouder. ‘Ik heb Piet beloofd een methode te vinden om anders om te gaan met het groen in de molenbiotoop.’

Hoewel het snoeien of aftoppen van de bomen een simpele uitkomst voor het probleem lijkt, blijkt dat in de praktijk niet zo te werken, vertelt Schollema. ‘De molenbiotoop moet worden beschermd, maar op dit moment staat er geen verplichting in de wet om het groen wat er al staat af te toppen. Er zijn namelijk ook bomen die daar dood aan kunnen gaan. Ook zijn er bomen die in bezit zijn van particulieren. We moeten een werkwijze bedenken voor iedere molen op iedere plek.’ De wethouder heeft als doelstelling gesteld dat hij dit jaar de contouren van het beleid voor zichzelf op papier wil hebben staan. Vervolgens kan dat worden vastgelegd in het omgevingsplan in 2026. Dat er een oplossing komt voor de molens en molenaars, is in ieder geval heel belangrijk, vindt hij: ‘We hebben samen gezegd: het is een probleem. Nu is het alleen nog de vraag hoe we dit juridisch netjes kunnen oplossen.’

Advertentie

Gerelateerde berichten

Log hier in