Het decor is nagenoeg klaar en de teksten zitten er goed in: Roderwolde maakt zich op voor de vierenzestigste editie van hun jaarlijkse Openluchtspel. Vier avonden lang zal het nieuwste stuk ‘“Aasgieren boven de Kleibosch’ in de Pastorietuin worden vertoond. Regisseur en scriptschrijver Lammert Keizer en voorzitter van Stichting Openluchtspel Roderwolde Peter Hut kijken er erg naar uit: “Inmiddels zijn we een begrip in de omgeving.”
Het allereerste openluchtspel in Roderwolde vond plaats in 1961. Vier jaar eerder werd er ter gelegenheid van het 125 jaar bestaan van de kerk namelijk een toneelstuk opgevoerd. Dat bleek zo’n succes dat het idee voor een openluchtspel ontstond. ‘De ondergang’, geschreven door Fl. Aukema, werd de eerste van vele stukken die in de Pastorietuin zijn gespeeld. “De toneelvereniging in het dorp is in 1911 opgericht”, vertelt Keizer. “Op een gegeven moment werden het twee aparte groepen: eentje van het openluchtspel en eentje van de toneelvereniging.”
Openluchtspel brengt mogelijkheden
Zelf was Keizer lang lid van de toneelvereniging. Ook speelde hij fanatiek mee aan het openluchtspel. “Dat heb ik zo’n vijftien jaar gedaan”, blikt hij terug. “Op een gegeven moment hield ik mij samen met Peter Oosterhof bezig met het schrijven. Van 2006 tot en met 2011 hebben we de toneelstukken zelf geschreven, tot aan het 100-jarig bestaan van de toneelvereniging.”
Die stukken worden nu nog steeds gebruikt door de stichting. Het stuk van dit jaar is ook gebaseerd op het zelfgeschreven plot uit 2007. “De meeste toneelstukken zijn voor een binnenpodium geschreven”, legt Hut uit. “Het is daarom echt een kriem om een goed stuk te vinden voor ons spel.” Keizer voegt daaraan toe: “Hier heb je geen toneel met maar drie deuren. Een openluchtspel brengt veel meer mogelijkheden. We hebben jarenlang paarden, koeien, honden, auto’s en tractoren op het toneel gehad. Als je het als een gewoon toneelstuk zou spelen, doe je het openluchtspel tekort.”
Aandacht aan het dialect
Aan het stuk doen veertien spelers mee, zowel jong als oud, vertelt de voorzitter. “Het is een hele leuke groep en over het algemeen is het spel op hoog niveau.” Per personage is goed gekeken naar welke rol bij de persoon past. “Het grootste deel van het toneelstuk wordt in het Rowolmers dialect gespeeld, maar we hebben ook mensen die dat niet van jongs af aan spreken”, legt Keizer uit. “Die mogen dan in hun eigen dialect spreken. Dat schrijf ik dan zo in het script.” Toch is het belangrijk dat het grootste gedeelte in het Drents blijft vindt hij: “Je hoort de taal steeds minder. Daarom vind ik het juist mooi om er zo wat aandacht aan te geven.”
Een begrip in de omgeving
Per avond worden er rond de vierhonderd bezoekers verwacht. “Dat is het leuke aan het openluchtspel”, zegt Keizer. “Bij een uitvoering van de toneelvereniging ben je blij met honderd man, waaronder je oma, opa en oom. Vaak speel je daar één avond, soms twee. Dat terwijl je dezelfde inzet hebt als bij dit openluchtspel.” Hut voegt daaraan toe: “Dit is dan ook heel anders toneelspelen dan een vereniging in het dorp.”
Juist omdat het openluchtspel zo’n begrip is in de omgeving, maakt dat het leuk voor de twee mannen: “De waardering, het enthousiasme en het applaus”, begint Hut. “Je merkt dat mensen het echt leuk vinden. Sommigen komen zelfs twee keer kijken. Dat is uiteindelijk waar je het allemaal voor doet.”