Veiligheid voor meisjes en vrouwen staat vol op in de belangstelling na de gewelddadige dood van de zeventienjarige Lisa uit Abcoude. Eén vraag staat centraal: hoe kan de openbare ruimte veiliger worden gemaakt? Deskundigen pleiten voor meer maatregelen, zoals verbetering van straatverlichting, goede zichtlijnen en meer toezicht, maar volgens Annelie Bonnet van D66 Westerkwartier en Myra Eeken – Hermans van PvdA Westerkwartier gaat het om meer dan infrastructuur alleen: “Inleven en luisteren is waar het allemaal begint. Als je niet begrijpt waar iemand mee zit, kan er ook geen oplossing voor komen.”
Hun eigen ervaringen maken dat duidelijk. Beide raadsleden fietsen namelijk met enige regelmaat door het Westerkwartier. Ook in het donker. Eeken-Hermans herinnert zich de discussie over het donkertebeleid toen werd gesproken om helverlichte fietspaden te veranderen in fietspaden waar de verlichting pas aanspringt als je erlangs fietst. “Duurzaam, maar voor een gevoel van veiligheid juist averechts. Een mogelijke dader ziet precies waar je bent.” Bonnet noemt het pad tussen Leek en Marum: “De verlichting is gericht op de autoweg, niet op fietsers. Terwijl auto’s zelf al beter licht hebben.”
Volgens de raadsleden is het dan ook cruciaal om de inrichting van de openbare ruimte in verschillende perspectieven te bekijken. “Het is belangrijk dat iedereen zich veilig voelt op straat”, zegt Eeken – Hermans. “Dus vrouwen, maar ook mensen die deel uitmaken van de lhbti+-gemeenschap of mensen met een beperking. Zo ervaren mannen, die vaak toch de beleidsmakers zijn, veiligheid op straat anders dan vrouwen. Daarom is het zo belangrijk om tijdens het maken van beleid ook met vrouwenogen te kijken.”
Spreek elkaar aan
Veiligheid draait ook om sociale omgangsnormen, vindt Bonnet: “Grensoverschrijdende opmerkingen worden vaak weggezet als grapjes, maar zijn niet oké. Als je het niet tegen je vrouw, moeder of dochter zou zeggen, zeg het dan ook niet tegen een andere vrouw. Ik zou het dan ook mooi vinden als onze bestuurders zo’n statement zouden maken. Spreek elkaar ook als mannen onder elkaar aan als een opmerking niet door de beugel kan.”
Eeken – Hermans vult aan: “Laten we met elkaar afspreken dat je voor elkaar in de bres springt. Dus niet meelachen met een opmerking, maar elkaar helpen. Loop met elkaar mee over die donkere parkeerplaats en vraag elkaar of je veilig bent thuisgekomen. We moeten leren om er woorden aan te blijven geven en er aandacht voor te blijven vragen. Het zijn de kleine stapjes die uiteindelijk grote verandering tot gevolg hebben.”
Delen blijft lastig
Het delen van een eigen verhaal of ervaring is erg belangrijk. Toch blijft dat voor veel vrouwen lastig, zeker in kleine dorpen “Op het Groningse platteland heb je een bijkomend probleem, namelijk de grote mate van sociale cohesie”, zegt Bonnet. “Vooral in kleine dorpen zie je dat. Iedereen kent iedereen, waardoor vrouwen minder snel hun verhaal durven te delen uit angst dat ze dan als ‘klikspaan’ worden gezien.” Ze vervolgt: “Wat veel mannen en instanties zich niet realiseren: als iemand aan de bel trekt, is dat vaak pas na een lange reeks voorvallen. Als je dan hoort ‘het is niet zo erg’, doe je de deur definitief dicht.”
Meer bewustwording
Bewustwording van het probleem is belangrijk. Het college van B&W van de gemeente Westerkwartier steunt op dit moment al de campagne van Orange the World en De Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen. Ook is de gemeente aangesloten bij het Gronings offensief tegen seksueel geweld. Toch kunnen die campagnes nog beter worden uitgedragen, vindt Bonnet: “Op dit moment gaan meer mensen dood aan femicide, dan aan georganiseerde misdaad. Toch is ondermijning datgene waar gemeenten veel aandacht voor hebben.”
Eeken-Hermans voegt daaraan toe: “Iedere acht dagen wordt er een vrouw vermoord in Nederland. Het lijkt alsof met de angst van vrouwen niks wordt gedaan, terwijl de angst van mannen er juist voor zorgt dat er niks verandert in de samenleving.”