Vier veroordelingen voor de Marumse zwembadmoord blijven in stand. Dat oordeelde de Hoge Raad vandaag. Onder de veroordeelden zijn de toenmalige vriendin van het slachtoffer, haar broer, hun moeder en een man.
Jan Elzinga (40) werd op 10 juli 2012 doodgeschoten bij een zwembad in het Groningse Marum. In 2016 sloot een van de uitvoerders van de moord, Willem P., in de gevangenis een kroongetuigedeal met het Openbaar Ministerie. Aanvankelijk kreeg hij twintig jaar cel, maar in ruil voor een kortere straf vertelde hij het OM dat de vriendin en schoonfamilie van Elzinga de moord beraamden.
Op basis van die informatie werden Elzinga’s toenmalige partner Monique H. (44) uit Hollandscheveld, haar broer Marcel (42) uit Nieuw-Roden en hun moeder Coby van der L. (62) uit Roden veroordeeld tot veertien jaar cel. De 59-jarige Johan L. uit Kampen, die het wapen voor de moord leverde, kreeg zes jaar gevangenisstraf opgelegd.
Later gaf schutter Willem P. toe met het bewijsmateriaal te hebben geknoeid. Desondanks vond de rechtbank dat er voldoende bewijs overbleef voor een veroordeling van de vriendin, haar familieleden en de man die het moordwapen regelde. De Hoge Raad houdt die veroordelingen vandaag in stand. Vier veroordelingen voor de Marumse zwembadmoord blijven in stand. Dat oordeelde de Hoge Raad vandaag. Onder de veroordeelden zijn de toenmalige vriendin van het slachtoffer, haar broer, hun moeder en een man.
