Zes jaar lang mag Ard van der Tuuk zich al burgemeester noemen van de gemeente Westerkwartier. Nu het einde van zijn eerste termijn in zicht komt, en de mogelijkheid van een tweede termijn op tafel ligt, blikt hij terug: ‘Het Westerkwartier heeft de schaal waarbij het mogelijk is om als burgemeester dichtbij te zijn. Een praatje maken bij iemand thuis op de bank, of in de supermarkt’, begint Van der Tuuk. ‘Dat in combinatie met de complexe vraagstukken van een nieuwe fusiegemeente, maakt het leuk.’
In 2016 begon Van der Tuuk als waarnemend burgemeester van Grootegast. De omgeving van het ‘Westerkwartier’ was voor hem toen nog onbekend terrein: ‘Als Groninger denk je dat je je eigen provincie wel kent’, zegt hij met een glimlach. ‘Ik vond het Westerkwartier meteen mooi. De verschillende landschapstypen, maar ook de samenleving voelde zo prettig en warm aan.’ Daarnaast bood de fusiegemeente veel uitdagende vraagstukken wat Van der Tuuk erg interesseerde. Hij besloot daarom te solliciteren als burgemeester. ‘De fusie van de vier gemeenten was toen net een feit’, blikt hij terug. ‘Ik vind het nog steeds heel knap hoe de gemeente Westerkwartier als organisatie de fusie heeft neergezet en ontwikkeld. Wat normaal zes jaar duurt, duurde hier drie.’
Bloemen voor de deur
Naast de complexe vraagstukken die de compleet nieuwe gemeente met zich meebracht, kwam daar aan het begin van 2020 al snel nog een uitdaging bij: de coronaperiode. ‘Dat was lastig. We hadden nooit eerder zo’n pandemie meegemaakt en de maatregelen waren heel ingewikkeld.’ Hoewel de burgemeester veel waarde hecht aan verbinding en dichtbij kunnen zijn, was nu alleen omgekeerde mogelijk. Bezoek ontvangen mocht niet meer en groepen konden niet langer samenkomen. ‘Ik weet nog wel dat ik met de griffie in een lege raadszaal achter een laptopscherm zat’, blikt Van der Tuuk terug. ‘Of dat ik bij 60-jarige huwelijken de bloemen voor de deur moest neerleggen. Het bracht veel verdrietige situaties met zich mee. De pandemie heeft ook onze kinderen geraakt. Wat er toen is gebeurd, heeft veel impact gehad.’ Toch zijn er ook lichtpunten te vinden in die periode, zoals het naoberschap van de inwoners, die voor elkaar klaarstonden wanneer dat nodig was, vindt de burgervader. ‘Het Westerkwartier heeft met elkaar de schouders eronder gezet en we zijn er met elkaar doorheen gekomen.’
Weerbaarheid van het Westerkwartier
Die verbinding tussen inwoners, die juist tijdens de coronaperiode miste, blijkt ook op dit moment onmisbaar. ‘Weerbaarheid is belangrijk in tijden van geopolitieke dreigingen’, begint de burgemeester. ‘De mogelijke verstoringen van internet of andere digitale voorzieningen houden mij bezig.’ Daarom zijn er al voorbereidingen getroffen, vertelt hij. ‘We hebben gecontroleerd of alle generatoren in het gemeentehuis nog werken en de onderhoudscontracten daarvoor op orde gebracht. Ook hebben we voorraden aangelegd, bijvoorbeeld van diesel en water. In de komende periode gaan we in gesprek met de gemeenteraad en samenleving over hoe we onszelf zo weerbaar mogelijk kunnen maken. Hij vervolgt: ‘We zien oorlog en dreiging in de wereld, maar ik zie ons land nog niet snel in oorlog. Toch doe ik de oproep: bereid je voor, wees niet naïef. Er zijn landen die ons willen ontregelen. Denk aan digitale stroomnetten, drinkwatervoorzieningen, cybersecurity en sluizen. We moeten daarop voorbereid zijn. Met elkaar komen we ook hier doorheen.’
‘Als je kritiek hebt, moet je juist deelnemen’
De weerbaarheid van de gemeente is één van de dingen waar Van der Tuuk zich ook in zijn tweede termijn op wil gaan focussen. Net als op de democratische weerbaarheid. Want ook daar komt druk op de staan, ziet hij. ‘Soms lijken mensen minder enthousiast over het huidige systeem. Toch is dit in mijn ogen de beste manier om ervoor te zorgen dat we in vrijheid kunnen leven met elkaar.’ Hij moedigt inwoners daarom aan om betrokken te blijven bij hun gemeenschap en een stem te hebben in besluitvorming. ‘Als je kritiek hebt, moet je juist deelnemen. Ook als je de politiek maar niks vindt: ‘doe mee’. Democratie is namelijk geen natuurlijke toestand waarin we altijd terug kunnen vallen. Het is iets waar we iedere dag aan moeten werken. We moeten het verdedigen en koesteren, al zijn er soms mankementen, of trage processen te zien. Om met elkaar in vrijheid te kunnen leven en in een zaal in het Westerkwartier besluiten te kunnen nemen met elkaar is een ongelooflijk groot goed. Juist nu, in dit tijdsgewricht, waar het tegenovergestelde soms op de loer ligt.’
Van der Tuuk hoopt dat hij in oktober mag beginnen aan zijn tweede termijn als burgemeester. De gemeenteraad heeft al besloten hem aan te bevelen voor herbenoeming. Nu is het alleen nog afwachten op het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, of hoe Van der Tuuk het met een lach noemt: ‘wachten op de witte rook’. Zelf weet hij namelijk ook zeker dat hij een tweede termijn wil aangaan als burgemeester van het Westerkwartier: ‘Ik ben bij mezelf nagegaan: ‘wat gold zes jaar geleden voor mij om burgemeester te willen zijn, en geldt dat nu nog steeds?’ Daarop antwoord ik volmondig ‘ja’. Het Westerkwartier is een mooie omgeving en ook de samenleving hier is mooi. Het is mogelijk om even dat praatje met elkaar te maken, een verhaal te vertellen. Om vreugde én verdriet met elkaar mee te delen. Dat in combinatie met die uitdagende vraagstukken, is wat het zo mooi maakt.’