Voor alleenstaande starters in het Westerkwartier en Noordenveld is het kopen van een woning in feite niet haalbaar. De huizenprijzen liggen er inmiddels ver boven wat iemand met een modaal inkomen kan lenen. Dat blijkt uit een analyse van Independer op basis van cijfers van het CBS, gepubliceerd op 16 oktober.
Maximale hypotheek
Een modaal inkomen bedraagt iets meer dan 44 duizend euro per jaar. De maximale hypotheek die iemand kan nemen komt daarmee uit op ongeveer vier tot vijf keer dat bedrag, oftewel tussen de 176 duizend en 220 duizend euro. In werkelijkheid liggen de gemiddelde woningprijzen in beide gemeenten veel hoger dan dat.
Veel eigen geld nodig
In Noordenveld kost volgens de cijfers uit 2024 een woning gemiddeld €463.471, goed voor ruim tien keer een modaal jaarsalaris. In Westerkwartier is dat €380.286, oftewel 8,5 keer modaal. Dat betekent dat een alleenstaande koper respectievelijk ongeveer 240 duizend euro (Noordenveld) en 160 duizend euro (Westerkwartier) aan eigen geld zou moeten meebrengen om een gemiddelde woning te kunnen betalen.
Kloof
“Een huis kopen op één inkomen is allang geen realistisch scenario meer,” zegt hypotheekexpert Marga Lankreijer-Kos van Independer. “Ook in gemeenten waar de woningprijzen lager liggen dan het landelijk gemiddelde, hebben starters nauwelijks kans. De kloof tussen wat iemand kan lenen en wat een huis kost, is te groot.”
Van haalbaar naar onbereikbaar
Ruim twintig jaar geleden konden mensen met een modaal inkomen in bijna alle Groningse en Drentse gemeenten nog een gemiddelde woning kopen. Tijdens de dip in de woningmarkt rond 2013 werd dat al moeilijker, maar inmiddels is het nergens in Noord-Nederland nog mogelijk om op één modaal inkomen een huis te kopen.
Stijging prijzen
In de provincies Groningen en Drenthe zijn de woningprijzen sinds 2013 bijna verdubbeld. In Noordenveld ging de stijging zelfs richting de 135%, in Westerkwartier ligt de toename eveneens ruim boven de 100%.
Beide partners
“Je kunt kiezen voor kleiner wonen, maar ook daar zijn de prijzen fors opgelopen,” geeft Lankreijer-Kos aan. “Een appartement van veertig vierkante meter is voor veel mensen geen reële optie. Steeds vaker moeten beide partners werken om überhaupt kans te maken op een koopwoning.”
Meer spaargeld vereist
De cijfers laten zien dat voor starters de eis voor meer spaargeld in korte tijd is opgelopen. Landelijk heeft een alleenstaande met een modaal inkomen gemiddeld nog ruim €272.000 spaargeld nodig voor een woning. In Noordenveld en Westerkwartier ligt dat bedrag iets lager, maar het blijft een drempel die voor de meeste starters onhaalbaar is. Het gevolg: jonge alleenstaanden en starten blijven noodgedwongen langer in een huurwoning of bij familie wonen.
Voor meer over het onderzoek, zie: Independer.