Misschien ben je ze wel eens tegengekomen: de onderzoekers van ecologische adviesbureaus JM ecologie en ATKB in hun gele of oranje hesjes. Ze lopen of fietsen rond in woonwijken van de gemeente Noordenveld met apparatuur om dieren op te kunnen sporen. Op die manier brengen zij in kaart waar beschermde dierensoorten als vleermuizen, zwaluwen en huismussen leven in de gemeente. Naast dat dit belangrijk is voor de dieren zelf, zal het er ook voor zorgen dat het verduurzamen of natuurvriendelijk isoleren van woningen eenvoudiger en sneller kan.
Kirsten Ipema, wethouder duurzaamheid van de gemeente Noordenveld, legt uit hoe dat kan: “Wanneer een huis geïsoleerd wordt, moet er eerst onderzoek worden gedaan volgens de Omgevingswet. Als er namelijk beschermde dieren in of om de woning wonen, moeten daar maatregelen voor getroffen worden. Dat onderzoek kan wel tussen de 5000 tot 8000 euro kosten, omdat er een ecoloog moet worden ingehuurd.” Daarom heeft de gemeente besloten een Soortenmanagmentplan (SMP) op te stellen. In alle dorpen, kernen en bedrijventerreinen wordt in kaart gebracht welke dieren waar in de wijk wonen. Zo kunnen er maatregelen worden getroffen, waardoor een huis eenvoudiger en sneller geïsoleerd kan worden.
Ecologen Roosmarijn Lameijer- Smulders (ATKB) en Jurjen Maris (JM ecologie) doen onderzoek naar de huismussen, huiszwaluwen, gierzwaluwen en verschillende soorten gebouwbewonende vleermuizen. “Het zijn allemaal beschermde diersoorten”, legt Maris uit. “Elke maatregel aan een huis verandert iets in hun leefomgeving. Daarom is het belangrijk dat we alle soorten een plekje geven, met name de zeldzame soorten die hier voorkomen.”
117 vleermuizen onder één dak
Het eerste onderzoeksjaar bestaat uit een 0-meting. Daarin wordt er gekeken om hoeveel dieren het precies gaat. “We hebben de verschillende dorpen opgedeeld in deelgebieden”, vertelt Lameijer – Smulders. “Vervolgens gaan we fietsend of lopend door de omgeving heen. We doorkruizen zo’n gebied meerdere keren per ronde. Dat is belangrijk om een duidelijk beeld te krijgen van de aanwezige soorten. Zo rijden we tijdens de ochtendrondes vanaf twee uur ’s nachts tweeënhalf tot drie uur door het gebied”.
Wanneer er tijdens een van de rondes een verblijf wordt aangetroffen, wordt er een uitvliegtelling uitgevoerd. Daarin wordt het exacte aantal en het soort vleermuis bepaald. “De grootste groep die ik ooit heb geteld, was 117 uitvliegers”, zegt Lameijer – Smulders. “Allemaal uit één huis.”
Meehelpen aan het SMP
Het opstellen van het SMP duurt twee jaar. Daarna loopt het plan, net zoals de Subsidie Isolatie vanuit Nij Begun voor tien jaar. Hoewel er nog druk geteld en gemonitord wordt, is er al iets wat de gemeente nu al doet: het plaatsen van kraamverblijven voor vleermuizen op woningen. Dat is een plaats waar vleermuizen voor hun jongen kunnen zorgen. Eerder deed de gemeente al een oproep: inwoners kunnen namelijk meehelpen aan het SMP-onderzoek door een kraamverblijf te plaatsen in of aan hun woning. Dit gebeurt op kosten van de gemeente. Aanmelden kan nog steeds via SMP@noordenveld.nl.
Een belangrijke stap
Na de zomer van 2026 kan iedereen in Noordenveld gebruik maken van het SMP als zij willen verduurzamen of isoleren. Wethouder Ipema kijkt ernaar uit: “Er zijn veel mensen in Noordenveld die interesse hebben in subsidies voor isolatie. Het is een belangrijke stap om de energierekening voor de toekomst onder controle te houden en om minder energie te verbruiken. Het is ook een stap naar een klimaatneutrale gemeente. Daarnaast draagt het ook bij aan de groei van biodiversiteit.”
Tot die tijd zijn de ecologen nog te zien in en om de dorpen van Noordenveld. “Mensen weten vaak wel dat we bezig zijn, maar als we lang naar een huis zitten te kijken, zorgt dat soms toch voor argwaan”, vertelt Maris. “Als we dan duidelijk maken dat we bezig zijn met een onderzoek, is het gelukkig snel weer goed.” Meer informatie over het SMP-onderzoek is te vinden via www.duurzaamnoordenveld.nu