Een veldmuis, dwergmuis of toch een bosspitsmuis: de hele week staat het diertje al centraal op samenwerkingsschool De Groene Borg in Kornhorn. Het is één van de speciale projectweken die de school naast hun reguliere lesprogramma organiseert. De kinderen leren niet alleen in de klas over de muis, maar ook buiten in het Curringherveld. Donderdagochtend gingen groep 6, 7 en 8 samen met natuurkenners Nico Boele, Rob Heringa en Jan Vroom het bos in, op zoek naar echte muizen.
Meteen om 08:30 uur gaan de leerlingen vol enthousiasme naar het Curringherveld. De dagen ervoor waren er al muizen gevonden in de ruim dertig ‘live traps’ die langs de paden waren verspreid, dus er is goede hoop dat ook zij een aantal dieren zullen vinden vandaag. Uiteraard zal er ook goed worden gekeken om wat voor soort muis het gaat, want er wonen verschillende in het natuurgebied. “Door de kinderen kennis mee te geven over de dieren en hun leefomgeving, leren ze het ook kennen en herkennen”, legt directrice Marry Britstra uit. “Zo hopen we dat ze zuiniger met hun omgeving om zullen gaan.”
“Buiten leer je anders”
Niet alleen tijdens dit soort themaweken gaan de leerlingen buiten op onderzoek uit: dat zit ook in het lesprogramma verweven. “Er wordt in en met de natuur lesgegeven”, legt de directrice uit. “Zo geven we bijvoorbeeld ook een spelling- of rekenles buiten. Daarnaast dragen de kinderen zorg voor hun eigen moestuin.” De groenten die worden geoogst, worden vervolgens verkocht aan de mensen in het dorp. “Buiten leer je anders. Niet elk kind gaat ‘aan’, achter een boek. Bij sommigen komen hun talenten buiten beter aan het licht.”
Op zoek naar de muis
Inmiddels zijn de leerlingen in twee groepen verdeeld en speuren zij vol spanning naar de speciale vangkooitjes. Bij de meesten staat het deurtje nog open: er is dus geen diertje naar binnen geweest. Dan is daar eindelijk een dichte. Vol spanning wordt de kooi geopend door Boele. Die schudt zijn hoofd: “Een slak.” De leerlingen gaan snel door naar het volgende punt. Al snel blijken de kooitjes vooral goed gewerkt te hebben voor slakken: in de één na de andere val treffen de kinderen vooral dat dier aan, in plaats van een muisje. “Weet je wat de de volgende keer moeten doen? Dan zetten we vallen uit voor slakken, misschien vangen we dan wel muizen”, klinkt het vanuit de groep.
Toch is daar dan een moment van hoop: de andere groep heeft wel beet in één van hun vallen. Heringa legt het kleine muisje op zijn handpalm en laat de kinderen ernaar kijken. Door de schrik en de kou blijft het diertje bewegingloos liggen. Snel wordt er in een bak een speciaal huisje met bladeren en takjes gemaakt, zodat het muisje weer rustig tot ‘leven’ kan komen. Terwijl de kinderen vol enthousiasme weer teruglopen naar school, bekommeren de drie mannen zich over het muisje. Met succes: al snel staat hij weer op eigen kracht, en kan het weer terug het Curringherveld in.
