Op donderdag 11 september vond in Tolbert de startbijeenkomst plaats van Kansen voor Kinderen in het Westerkwartier. Wethouder Richard Lamberst en directeur-generaal Araya Sumter van het ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaven samen het officiële startsein voor een groep van 50 à 60 aanwezigen.
Bieden van toekomstperspectief
Het programma richt zich op gezinnen in armoede in Groningen, en hierbij specifiek het Westerkwartier, en heeft als doel meer bestaanszekerheid en toekomstperspectief te creëren. Elementen die zoal naar voren kwamen: de achtergronden bij armoede, de inzet van doorbraakteams en de inzet van buddy’s.
‘Ieder kind telt’
Volgens wethouder Lamberst is het essentieel om niet vanuit systemen te redeneren, maar vanuit wat gezinnen zelf nodig hebben. Vertrouwen, maatwerk en samenwerking met ervaringsdeskundigen vormen hierbij de kern. “Als gemeente vinden wij het belangrijk om dicht bij onze inwoners te staan en samen te zoeken naar oplossingen die écht werken.” Relatief gezien valt het mee met de armoede in het Westerkwartier. Lamberst: “Maar het komt zeker voor. En ieder kind telt. Ieder kind is er één.”
Voelbare armoede
Araya Sumter benadrukte namens het ministerie: “Als het nodig is, moeten wij extra kunnen investeren voor de mensen die het écht nodig hebben.” Ze vindt het belangrijk om armoede ook in de praktijk te zien. “De zorgen van elke dag zijn voelbaar. Niet ieder kind kan dezelfde keuzes maken als anderen. Rondkomen is een hele opgave.” Daarbij verwees ze naar de Surinaamse term pina: armoede, de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen. Sumter onderstreepte daarom het belang van samenwerking: “Als we samen de schouders eronder zetten, kan er écht iets veranderen.”
Cirkel van generatiearmoede
Julian Rengers, onderzoeker bij Sociaal Planbureau Groningen, schetste de harde realiteit van armoede die van generatie op generatie doorgaat; een vicieuze cirkel. Kinderen die in armoede opgroeien hebben twee keer zoveel kans om er later zelf in te belanden. Daarbij spelen vaak ook andere problemen: stress, ruzies of zelfs verwaarlozing. In het Westerkwartier leefden vorig jaar 2,8% van de huishoudens onder het sociaal minimum. Dat zijn ongeveer 400 kinderen. De GGD zegt via een onderzoek dat 7,6% van de mensen aangaven dat ze de afgelopen 12 maanden moeite hebben gehad om rond te komen.
Doorbreken met maatwerk
Armoede kan niet op één enkele wijze worden aangepakt. Wat voor de één werkt, helpt de ander totaal niet. Daarom is de Doorbraakmethode ontwikkeld: maatwerk. Sommige mensen hebben vooral iemand naast hen nodig, anderen moeten een duwtje krijgen om zich uit hun situatie te vechten. Professionals krijgen de ruimte om echt het verschil te maken via persoonlijke ondersteuning.
Buddy
Een belangrijk onderdeel is de inzet van buddy’s. Ervaringsdeskundigen, die weten hoe het voelt om in armoede te leven en zich beter kunnen aansluiten bij mensen die zijn vastgelopen. De buddy’s werken nauw samen met sociale professionals. Samen begeleiden ze gezinnen stap voor stap naar meer bestaanszekerheid. Het doel: een sterker netwerk, nieuwe kansen op school en werk, en vooral een toekomst waarin meedoen weer mogelijk wordt.
Financiering
Het programma wordt financieel mogelijk gemaakt door het Nationaal Programma Groningen en de sociale agenda Nij Begun.
