Bijna een jaar nadat zijn oud-ijzerhandel met nagenoeg zijn hele inboedel in vlammen opging, heeft Hans Wever weer een nieuw onderkomen voor zijn handel. Hij speelde met de gedachte om voorgoed te stoppen, maar vindt 62 geen leeftijd voor een pensionado. En dus opent hij medio januari 2024 een nieuwe locatie in Roden.
De periode na de verwoestende brand in Roden is niet makkelijk geweest voor Wever. “Ik draaide 60.000 euro omzet per maand minder. De laatste twee maanden is het wel wat aangetrokken”, zegt hij gezeten achter een bak koffie aan de Ceintuurbaan Noord in Roden. In één van de boxen heeft hij een tijdelijk onderkomen gevonden. De huur is hem te hoog, de ruimte te beperkt.
Wever wijst met bruin-gewerkte vingers naar kunststof bakken vol oud-ijzer. “Op de vorige locatie hadden we 50 van die bakken staan, hier kunnen er zo’n 17 staan. We hebben gewoon te weinig ruimte.”
Stigma
Daarbovenop rekende Wever in februari dit jaar voor dat hij een ton materiële schade had, waar hij niet voor verzekerd is. Het gros van de ingebrachte ijzerwaren lag er namelijk maar een korte tijd. Bovendien zitten verzekeraars niet te springen om handelaren als Hans Wever binnen te halen. “Dat komt omdat er veel zwart geld in onze handel omgaat. De reputatie van oud-ijzerhandelaren is niet goed, omdat een kleine groep het in het verleden verpest heeft.”
Dat merkt Wever ook als hij bij de bank aanklopt voor een lening. “De bank leent je niks, zeker niet in onze branche. En dan helpt het ook niet dat ik 62 ben.” Het stigma dat volgens Wever op de oud-ijzerhandel ligt, vindt hij grotendeels onterecht. “De hele beroepsgroep wordt veroordeeld. Je wil niet weten hoeveel controles ik door de jaren heen gehad heb.”
Teleurgesteld in gemeente
Het vinden van vervangende ruimte viel niet mee. Sterker nog: Wever had de moed al bijna opgegeven. Een lening kon hij niet krijgen. “De bank vindt je te oud voor een lening”, zegt hij. Huren in en om Roden bleek ook lastig. “En van de gemeente Noordenveld hebben we geen hulp gehad.”
De gemeente gaf kort na de brand aan in gesprek te gaan met de ondernemers. “Wij zijn op het gemeentehuis geweest en hebben ons zegje kunnen doen, maar daarna hebben we niks meer gehoord”, zegt Wever. “Inmiddels zijn twee van de ondernemers al verhuisd naar een andere gemeente.”
Wethouder Jos Darwinkel (Gemeentebelangen) bevestigt dat laatste. “Maar ik vind dat wij hebben gedaan wat we konden. We hebben aangegeven een bemiddelende rol te willen spelen in de huisvesting van bedrijven, maar het is niet zo dat wij de plekken voor het uitkiezen hebben.”
Aan de andere kant sprong Noordenveld volgens Darwinkel wel bij als het gaat om het betalen van kosten voor de onroerendezaakbelasting. “Ik denk dat we de ondernemers zeker tegemoet zijn gekomen”, stelt Darwinkel.
Sociale ondernemer
Wever heeft op eigen houtje, en met flink wat geluk, een nieuw onderkomen gevonden. Aan de Nijverheidsweg gaat hij bouwen op de oude ambulancepost. “Ik heb dat via de familie Noordhuis uit Roden kunnen kopen”, zegt hij. “Dat is vrij snel gegaan, gisteren hebben we het beklonken.”
Wever is blij met zijn nieuwe onderkomen en hoopt er 15 januari in te kunnen. “Er moet nog een deel verhard worden maar er staat al een schuur. We zijn nog bezig met een oprit, daar wil de gemeente aan meewerken.” Dat zegt ook wethouder Darwinkel: “Hans is een sociale ondernemer. Hij heeft gevraagd of hij een uitrit kan realiseren aan de Nijverheidsweg en dat kon. Daar helpen we dan graag mee.”
Vrijdag 29 december is de laatste dag dat klanten van Wever oud-ijzer kunnen inbrengen aan de Ceintuurbaan Noord. Een dag later is er een groot feest voor klanten en relaties op de nieuwe locatie aan de Nijverheidsweg. Wever heeft er zin in. “Wat mij betreft komt heel Roden. Vind ik alleen maar gezellig.”