Met een grote houten tandentrekker in de hand, beklonken wethouder Jos Darwinkel (Gemeentebelangen) en ondernemer Joop van Keulen vanochtend de sloop van het Magista-pand in Roden. Het gebouw aan het Oosteinde wordt sinds een felle brand in 2018 gezien als een ‘rotte voortand’ van het dorp. Hoog tijd voor de sloopkogel dus.
Voor de brand stond het gebouw van voormalig magazijninrichter Magista al acht jaar leeg. Eigenaar Joop van Keulen verhuisde de fabriek waarmee hij een doorstart maakte en beraadde zich over de toekomst van het 19.000 vierkante meter grote terrein. “Er zijn door de jaren heen wel plannen geweest”, zegt hij. “Bijvoorbeeld voor een proef waarbij in een ruimte legale wiet zou worden gekweekt. Maar dat werd tegengehouden door de gemeenteraad.”
Dieren zaten dwars
Daarmee verdween ook de kans voor renovatie van het sterk verouderde gebouw. Helemaal toen in 2018 de brand uitbrak. Sindsdien wordt het voormalige Magista-pand een doorn in het oog van gemeente en inwoners, die zien dat de entree van het dorp bepaald niet beter uit de verf komt.
“Het doet gewoon een beetje zeer als je hier dagelijks langskomt”, zegt wethouder en Rodenaar Jos Darwinkel. Al sinds zijn aantreden als wethouder in 2022 krijgt hij geregeld vragen over het pand aan het Oosteinde in Roden. Vlak voor zijn installatie bleek dat de geplande sloop niet door kon gaan, vanwege de vele dieren in het pand. Vleermuizen, steenmarters en muizen: ze zorgden er eigenhandig voor dat de rotte voortand van het dorp in stand bleef.
Troosteloze bende
Twee jaar later kan de sloop dan eindelijk beginnen. Voor het pand is een houtwal gemaakt om steenmarters te lokken en hangen kastjes waar vleermuizen zich mogen vestigen. Wethouder Darwinkel, een geliefd vogelspotter, zucht. “Ik ben een natuurman, zeker, maar we hadden voor deze beesten best een andere plek kunnen verzinnen. En dat had ook eerder gekund.”
Eigenaar Van Keulen lacht als hij het heeft over de ‘vleermuisjes’ die er lange tijd voor zorgden dat er niks met het pand kon gebeuren. “Het is ridicuul”, zegt hij. “We laten onze economie om zeep helpen door dit soort dingen. Ondertussen is het hier een troosteloze bende.”
Na de sloop – die voor de zomer van dit jaar klaar moet zijn – is er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen aan de rand van het Roner industrieterrein. “Wat ermee gaat gebeuren? Ik heb nog geen idee”, zegt Van Keulen, nog steeds gewapend met houten tandentrekker en een bos bloemen. Wat hem betreft blijft het een plek voor ‘bedrijvigheid’.
